Onderwijssysteem in Nederland

Verhuis je binnenkort naar Nederland? Kinderen die in Nederland wonen zijn van hun vijfde tot hun zestiende levensjaar leerplichtig. Jongeren tussen 16 en 18 jaar die geen startkwalificatiehebben, hebben een kwalificatieplicht en gaan ook naar school. Regulier onderwijs (primair en voortgezet onderwijs) wordt bekostigd door de overheid – er bestaat in Nederland wel een vrijwillige ouderbijdrage voor extra activiteiten.  

Wanneer je kinderen ten tijde van verhuizing naar Nederland nog leerplichtig zijn, zul je op zoek moeten gaan naar een school. Hieronder lees je meer over de verschillende onderwijsvormen in Nederland, hoe je een passende school vindt en hoe je je aanmeldt bij een school. Onderaan deze pagina vind je een handreiking voor de school in Nederland, over het ‘hoe en wat’ van Nederlands onderwijs in het buitenland en meertalige leerlingen.

Primair onderwijs
Voor het vierde jaar kan een kind naar de kinderopvang gaan of naar de voorschool (peuterschool). Ouders betalen hier (een deel van, afhankelijk van het inkomen) de kosten voor. Deze school is vanaf ca. 2,5 jaar en bereidt kinderen actief voor op de basisschool. Kijk op de website van de gemeente voor meer informatie over voorscholen/peuterspeelzalen in de regio. 

Een leerling volgt van zijn vierde tot en met zijn twaalfde levensjaar primair onderwijs op een basisschool. Zodra een kind vier jaar is start hij of zij in groep 1. Vanaf vijf jaar is een kind leerplichtig. Groep 8 is het laatste leerjaar van het basisonderwijs. Daarna stroomt de leerling door naar het voortgezet onderwijs. Welk niveau is afhankelijk van het schooladvies. Het schooladvies wordt gegeven door de basisschool.

Voorgezet onderwijs
Het voortgezet onderwijs is ingedeeld in verschillende niveaus:

  • vwo (voortgezet wetenschappelijk onderwijs) – 6 leerjaren

  • havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) – 5 leerjaren

  • vmbo (voorbereidend middelbaar onderwijs) – 4 leerjaren

Niveaubepaling vindt plaats aan het einde van de basisschool: daar wordt een schooladvies gegeven en daarin staat welk type middelbare school het best bij een leerling past. Vanaf 2023 – 2024 wordt het voorlopig schooladvies in januari gegeven. De leerlingen maken daarna nog een doorstroomtoets, waarna het definitieve schooladvies gegeven wordt.
Meer informatie hierover is te vinden bij de Rijksoverheid.

Het vwo neemt zes jaar in beslag. De onderbouw duurt drie jaar, daarna kiest een leerling in de bovenbouw een profiel (natuur en techniek, natuur en gezondheid, economie en maatschappij of cultuur en maatschappij). Een vwo-diploma biedt toegang tot de universiteit (wo), tot welke opleidingen is afhankelijk van het gekozen vakkenpakket.

De havo duurt vijf jaar. De onderbouw beslaat drie jaar en in de bovenbouw kiest een leerling een profiel (zie vwo). Een leerling kan met een diploma doorstromen naar het vwo of kiezen voor een hbo-opleiding, welke opleidingen gekozen kunnen worden hangt af van het gekozen vakkenpakket.

Het vmbo beslaat vier jaar. Er is een eigen onderverdeling in 4 leerwegen: theoretische leerweg, gemengde leerweg, kaderberoepsgerichte leerweg en basisberoepsgerichte leerweg. Een leerweg in het vmbo geeft een bepaald niveau en een bepaald soort programma aan: van heel praktisch tot vooral theoretisch. Na twee jaar onderbouw, kiest de leerling in de bovenbouw voor een bepaalde sector (techniek, zorg en welzijn, economie of landbouw). Na het behalen van het eindexamen kan een leerling kiezen voor een mbo-opleiding of doorstromen naar de havo (onder voorwaarden).

Internationaal of tweetalig onderwijs
In Nederland zijn er basisscholen die hun leerlingen extra uren vreemdetaalonderwijs aanbieden (VVTO) en middelbare scholen die een (volledig) tweetalig onderwijsprogramma hebben (TTO). Meer informatie over het aanbod van een school vind je in de schoolgidsen. Via www.scholenopdekaart.nl kun je scholen zoeken en zie je onder ‘kenmerken’ ook internationaal of tweetalig onderwijs staan als dat wordt aangeboden.

Daarnaast bekostigt de overheid (afdelingen van) internationale scholen, die vallen onder de Dutch International Schools. Onder deze verzamelnaam vallen twee organisaties: de IGBO (Internationaal Georiënteerd Basisonderwijs) - DIPS in het Engels, en de IGVO (Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs) - DISS in het Engels. Op de website van de Dutch International Schools staat zowel informatie over het basis- als het voortgezet internationaal onderwijs.

Aanmelden op een Nederlandse school

Vraag de oude scholen om een onderwijskundig rapport. Dit geeft de school in Nederland informatie over de ontwikkeling van je kind. In Nederland ben je vrij om zelf een school te kiezen. Je kunt scholen in Nederland vinden via Scholen op de kaart.

Ouders regelen de inschrijving zelf. Hiervoor heeft je kind een BSN-nummer nodig. Houd er rekening mee dat scholen wachtlijsten kunnen hebben, of een kind kan weigeren om bepaalde redenen. Scholen en leraren in Nederland kunnen onbekend zijn met het Nederlands onderwijs in het buitenland (NTC-onderwijs), en/of met meertaligheid.

In Nederland ben je vrij om zelf een school te kiezen. Je kunt scholen in Nederland vinden via Scholen op de kaart. Vraag de oude school/scholen om onderwijskundige rapporten, die geven de nieuwe school in Nederland waardevolle informatie. Inschaling in het Nederlands onderwijssysteem is op deze leeftijd vaak maatwerk, omdat curricula en eventuele examens in het buitenland op een andere manier zijn opgebouwd. De school zal op basis van de beschikbare informatie samen met jullie kijken wat er mogelijk is. Eventueel bestaat de mogelijkheid om in Nederland een onderwijskundig onderzoek te laten doen voor een instroomadvies.

Ouders melden hun kind uit groep 8 zelf aan voor een middelbare school, meestal halverwege maart. Hiervoor heeft je kind een BSN-nummer nodig. Scholen organiseren voorafgaand aan de aanmelding open dagen. Wanneer je verhuist, kun je je kind het hele jaar door aanmelden. In sommige gemeenten bestaan er afspraken over verdeling van leerlingen door bijvoorbeeld loting. Het kan zijn dat scholen vol zijn. Bekijk daarom ook altijd de informatie over aanmelden bij middelbare scholen van de betreffende gemeente of regio.

Een Nederlandse of Vlaamse leerkracht kan een Nederlandssprekende leerling die vanuit het buitenland (terug) naar Nederland of Vlaanderen komt, helpen met de overstap. Ook de klas waar de leerling in komt kan zich daar op voorbereiden. Hiervoor heeft NOB de brochure "Een Nederlandssprekende leerling in de klas" ontwikkeld. Als ouder kun je deze brochure naar de nieuwe school en/of leerkracht toesturen.
Download Handreiking